1473, Jan Pennincks, voor straf naar Rome

Op de website van www.wissenburg.info staat een tekst uit het Oud Rechterlijke Archief over Jan Pennincks in 1473 in Oirschot. Jan Pennincks staat met Henrick Daniel Scabroeks voor het gerecht. Zij worden veroordeeld voor de moord op Jan Willems van der Vloet. Zij moeten op vele wijzen boeten, o.a. met een bedevaart naar de St. Petrus- en Pauluskerk te Rome.

ORA Oirschot (Toirkens 123a fol 167v no 24 dd 13-2-1473) Komen zijn Willem van der Vloet, Jan Janssen van der Vloet en Goijaert Lepelmakers als klagers over de dood van Jan Willems van der Vloet, verder aanwezig Gerit Mathijs Huijskens, Rutger van Ellaer, Willem van de Hagelaer, Dirck Willem Faes Bierkens als keerslieden en partij ter ener zijde, verder Jan zoon wijlen Henrick Pennincks en Henrick Daniel Scabroeks als misdadigers ter andere zijde en hebben zich onderworpen aan de bemiddeling door arbiters. (…) De arbiters bepalen hierbij dat Jan en Henrick als troost voor de ziel van de overledene en voor de familie en vrienden 400 zielmissen moeten laten doen (...) Verder moet elk van hen een bedevaart houden naar de St. Petrus- en Pauluskerk te Rome en men moet daarvoor binnen 6 weken vertrekken (...)Verder moeten Jan en Henricks als daders ter genoegdoening van de familie etc. In de kerk van Oirschot een voetval doen, gekleed in linnen kleren, blootshoofds en barrevoets, met in elke hand een kaars van een pond gewicht en de brandende kaars naar het zielmissenaltaar te brengen, waarna men daarna de kaarsen zal achterlaten op het altaar van het H. Kruis en daar om vergeving bidden en vergiffenis aan de familie van de vermoorde vragen. Nog moeten Jan en Henrick als misdadigers aan de familie 100 guldens betalen (...) Verder mogen Jan en Henrick voor een periode van 3 jaar niet meer in de herdgang van Spoordonk wonen of in de stad Den Bosch danwel in Oirschot, maar mogen er wel doorheen reizen en 1 nacht overnachten als dat nodig is. Verder mogen Jan en Henrick in geen enkele herberg komen in Oirschot of in de stad Den Bosch, waar de vader, de broers of de zusters zijn of de kinderen van de ooms en tantes van de familie van de dode, in zoverre de daders dat weten. Als ze als daders in een herberg binnenkomen en als ze daar de familie en vrienden van de vermoorde aantreffen dan moeten ze daar weggaan. Als ze er zelf als misdadigers het eerste waren dan mogen ze blijven. (…)

Lid van de familie van Jan Willem Pennincs uit Oirschot.