In het Genealogisch tijdschrift "de Leeuw van Brabant" is een artikel gepubliceerd over de molenaarsfamilie Penninx in Gemert. Het artikel is geschreven door J. A. W. Swane (Eindhoven). De artikelen uit de Brabantse Leeuw zijn terug te vinden op www.thuisinbrabant.nl met o.a. ook de andere artikelen over molenaarsfamilies.

 

MULDERS IN BRABANT (XIX). PENNINCX

 

I. Leonard Pennincx, huwt N.N.

Uit dit huwelijk o.a.:

1. Geraerd, volgt II.

II. Geraerdt Pennincx, huwt N.N.

Uit dit huwelijk o.a.:

1. Leonard, volgt III.

2. Joannes, volgt IIIa.

III. Leonard Pennincx, oven. tussen 14-4-1588 (‘s Bosch R 1416, f. 226) en 26-1-1590 (‘s Bosch R 1421, f. 250), huwt Mechteld Lucas Jochems Mathijssen, oven. voor 14-4-1588. Mechtelt genoemd in de eerste der beide acten. Leonard in de twee de en wel samen met Leonard Joannis van Roggel als mombers over Geraerdt, zn. v. wijlen Johannes, zn. v. Geraerdt van Boert. Nog een ander maal ontmoeten we hem in het Boschprotocol en wel 28-6-1584 in R 1414, f. 399. Met een onderpand te Schijndel stelt hij tenslotte als man van Zijn wederom aldaar met name genoemde echtgenote 7-5-1569 in ‘s Bosch R 1392, f. 170v, een rechtshandeiig. Ais ,,Leen dert Pennincx tot Schijndei” in ‘s Bosch R 1363, f. 56v en 96v, dd. 1554.

Uit dit huwelijk o.a.:

1. Hendrick, oven. voor oct. 1600 (Schijndel R 60, f. 5), huwt , oven. na oct. 1600, dr. v. Dirck Roelofs en Anna N.

2. Jacob, volgt IV.

IIIa. Joannes Pennincx, huwt N.N. Hij was Mulder van Erp, zo in ‘s Bosch R 1599, f. 88, dd. 6-1-1644, en R 1604, f. 190, dd. 14-4-1649.

Uit dit huwelijk o.a.:

1. Wilhelmus, volgt IVa.

2. Leonardus, volgt IVb.

3. Gerardus, geb. Erp, huwt ald. 4-2-1663 Anneken Jan Thonis Jacobs, geb. Veghel. Volgens ‘s Bosch R 1630, f. 502, was hij 25-6-1677 in Nuenen gevestigd. Zijn vrouw niet onwaarschijnlijk een Tybosch, een bekende Muldersfamilie in St. Oedenrode en Veghei immers.

4. Joannes, Mulder van Aerle, zo 22-2-1667 volgens Acne Rixtel R 94.

IV. Jacob Pennincx, huwt N.N.

Uit dit huwelijk o.a.:

1. Leonard, volgt V.

IVa. Wilhelmus Pennincx, huwt Helena N. Hij was Mulder van Erp, aiwaar hij uiteindelijk ook President-Schepen werd. Zo pachtte hij dan ook 21-7-1682 (N 7090, f. 22v-25) als ,,Mr. Wiiiem Pennincx, President van Erp” de winter watermolen aldaar vanaf St. Jan 1681 voor 8 jaren en wei van Andries Jansen van der Crabben, zijn schoonzoon, Jenneken Pennincx en Thomas Bierkers ais verpachters.

Uit dit huwelijk:

1. Joannes, volgt Va.

2. Wilhelma, oven. na 8-11-1688, huwt Erp 19-2-1675 Gerar dus van der Cruyssen, geb. Gemert, oven. voor 8-11-1688, Zfl. V. Philippus. Ais weduwe zij meter Gemert 8-11-1688.

3. Gertrudis, oven. Aerle-Rixtel 24-7-1694, huwt Andries van der Crab ben, geb. 1653, Zn. v. Jan en Anthonisken Jarisen C Mercx. Als zijn oom Jan Pennincx (11,4) was hij Muider van Aerie, alwaar hij dan ook ult dit Zijn le huwelijk 7 kinderen liet dopen (Vgl. Brab. L., X, 43, sub IlIb). Hij compareert ook 3 1-8-1676 (N 4724, f. 108v), waarbij zijn leeftijd blijkt, en wijders nog 3-1-1724 als in woonder steeds nog van Aerle in Aerle-Rixtel R 106, f. 70.

4. Maria, ged. Erp 27-2-1654, huwt ald. 13-1-1683 Henricus Hendriks, geb. Volckel.

5. Anna, ged. Erp 27-5-1660, huwt ald. 14-1-1682 Joannes Henrici Jan Aerts.

6. Catharina, ged. Erp 16-4-1664, huwt le Lambertus Adr. Jois Cop pens, huwt 2e Anthony van der Asclonck. Tussen 1687 en 1700 kreeg zij 2 kinderen uit haar le en 5 uit haar 2e huwelijk.

7. Agnes, ged. Erp 24-7-1668.

IVb. Leonardus Pennincx, overl. voor 21-5-1671 (Schijndel B 82, f. 186v), huwt Barbara Boogaerts, dr. v. Peter Hendricksz. Hij was Muider van Opwetten, zo 20-8-1670 C Bosch R 1634, f. 189), toen hij daar ,,Leendert Jansen Pennincx” genoemd werd, woonachtig ,,op Wettenen molen tot Nuenen”. Barbara Boogaerts hertrouwde Pauius van der Aa, Muider in ‘s Bosch, als hoedanig hij genoemd wordt in N 1235, dd. 29-11-1688. Met Barbara andermaal 6-10-1689 in ‘s Bosch R 1680, f. 305v. Ook 18-6-1655 heet hij als ,,Leendert Jan Pennincx” alreeds ,,Mulder, wonende onder parochie van Nuenen”, die een en ander geioeft aan Sr. Gonis Coppert, coopman te Eindhoven (Vgi. Eindh. R 46, f. 126). In hoger genoemde Schijndeise Schepenacte van 21-5-1671 worden alle 5 kinderen van ,,Barbara Peter Hendricks Boogaerts, weduwe van Lenaert Jansen Pennincx” genoemd: de beide dochters met hun echtgenoten en de 3 nog minderjarige zoons onder voogdij van Wiiiem Jansen Pennincx (I, 1) en Jan Pauwels van Gogh. Barbara schijnt in deze tijd te Dinther woonachtig te ziju. Nog treedt zij als weduwe op in N 1232, dd. 15-4-1678. Al 8-2-1674 blijkt zij voor Schepenen van Nuenen en Gerwen gerenuntieerd te hebben tbv. haar 5 onderstaande kinderen ‘. de erfgoederen, gelegen te Nuenen, Tongelre, Veghel en Dinther.

Uit dit huwelijk:

1. Peter, volgt Vb.

2. Geraert, geb. Nuenen 1650, meerderjarig geworden tussen 21-5-1671 (Schijndel R 82, f. 186v) en 8-2-1674, toen immers Barbara, zijn moeder voor haar kinderen remuntieerde (N 1235, dd. 15-7-1688). Nog 25-6-1677 woonde hij te Nuenen volgens ‘s Bosch R 1630, f. 502. Geraert blijkt 6-10-1689 gevestigd te zijn in Dinther volgens ‘s Bosch R 1680, f. 305v, in welke acte ook zijn moeder als ,,Barbara Boogaerts” met haar 2e man, Pauius van der Aa, ,,moie naar” hetende, optreedt, hetgeen andermaal het vermoeden doet rijzen, dat zij afkomstig zou zijn van Dinther:

Zeker is, dat een der voogden van haar kinderen, Jan Pauwels van Gogh, vermoedelijk haar zwager, teig is van een oude Dintherse familie. Geraert ook 15-4-1678 in N 1232. Hij huwde voor Schepenen te St. Oedenrode als jongeman 24 jaren oud. 11-2-1674 Anna van der Asdonck, geb. ald. 1650, dr. van Jan, Mulder ald.

3. Jan Willem, volgt Vc.

4. Geertruyt, oven. na 12-2-1703 (N 1244), huwt Aert Bluyssen, oven. tussen 26-9-1691 (peter Opwetten) en 12-2-1703, zn. v. Jan. Zij waren te Nuenen woonachtig. Op 12-2-1703 waren nag slechts 2 kleine kinderen van hen in leven. Reeds 21-5-1671 (Schijndel R 82, f. 186v) waren Zij gehuwd. Uit de nalatenschap harer ouders werden zij te samen met haar broeder, Peter Pennincx, een huis te Veghel deelachtig, hetwelk zij gezamenlijk 16-2-1677 (N 1231) en 1-3-1678 (N 1232) verpachtten. In eerstgenoemde dezer beide laatste notariele acten heet Aert Bluyssen ,,out-burgemr. v. Nuenen”. (De Beatrix Petri Biuyssen, optredend ais meter Opwetten 25-3-1696, was wel de Beatrix Dircx, die 15-12-1706 ais wed. Peter Bluyssen coopvrouw tot Eyntho en heet in N 1254 en even te voren voor de Predikant aldaar 20-11-1706 ondertrouwd was met Jacobus van Dinther, jongman, geb. ald.).

5. Hendrina, huwt Dirck Cuyten, Zn. V. Jan. Zij waren te Tongelre woonachtig. Zij wordt laatstelijk genoemd 15-7-1688 (N 1235), hij 30-8-1695 (N 1243). Geboren werd Dirck Cuyten omtrent de jare 1644, want 15-4-1678 wordt in N

1232 zijn Ieeftijd met 34 jaer opgegeven. Zij waren 21-5-1671 (Schijndel R 32, f. 186v) al gehuwd. Tesamen met zijn zwagers, Peter en Jan Wiiiem Pennincx, compareert Dirck Cuyten 14-8-1634 in Eindhoven R 54, f. 125.

V. Leonard Pennincx, huwt N.N.

Uit dit huwelijk o.a.:

1. Jan, volgt VI.

2. Aelt samen met haar broeder, Jan, als kinderen van ,,Lendert Jacobs Pennincx” 27-1-1688 in Schijndel R 92, 1. 174. Als ongehuwde testeert zij 15-5-1696 in Schijndel R 143, f. 200, ten huize van haar zwager, Jan Jansen. Aertsen, man van haar zuster, Emken. Zij blijkt ziek te zijn en legateert een en andei aan deze zwager, terwijl zij haar broeder, Jan, met vrouw en kinderen tot erfgenaam benoemt. Andermaal heet zij ziek ten huize van haar voorn. zwager als ,,Aletta, mondighe dochter Lendert Jacobs Pennincx” 9-5-1697 in Schijndel R 95, f. 100. Laatstelijk 22- 5-1698 in Schijndel R 95, f. 175 waarin haar zuster, Emken, het door haar verkochte vernaedert.

3. Emken, huwt Jan Jan Aertsen. Vgl. het onder V, 2, mede omtrent hun beiden verhaalde.

Va. Joannes Pennincx, begr. Gemert 2-5-1718 (,,Moiitor”), huwt le Erp 25-2-1683 Christina Symons, geb. Boerdonck, begr. Gemert 15-2-1699, dr. V. Peter, huwt 2e Gemert 1-9-1699 Barbara Verpersen. Hij was Mulder te Erp en Gernert.

Uit het 1e huwelijk gedoopt te Erp (1-3) en Gemert (4-9):

1. Godefrida Helena, 21-12-1683 (Wilheimus Joannis Pen nincx et Jaa Jois Peters ex Boerdonck);

2. Joannes Wühelmus, volgt VIa.

3. Petronella, 1-1-1687, huwt Gemert 14-1-1710 Henricus van Geinert, ged. aid., Zn. van Hendrick;

4. Simon, volgt VIb;

5. Gertrudis, 8-10-1690 (Wilhelma, relicta Gerardi van der Cruyssen), tweeling met 6.

6. Johanna Maria, 8-10-1690, huwt ald. 26-2-1715 Mathias van de Vijfeycken, ged Zfl. V. Dirck.

7. Wilhelmus, 17-8-1692 (Johannes van der Linden et Helena, relicta Wilhelmi Pennincx), R.K. Priester, Kapelaan te Maarheeze, zo 14-2-1731 (pater Gemert), later vanaf 1732 Pastor te Nulant, student Leuven 1711.

8. Petrus, volgt VIc.

9. Gerardus, 8-4-1697, student Leuven vanaf 1713, (Rev. Dnus, Aib. van der Schout), R.K. Priester, oven. Erp. 27-7-1760, vanaf 1731 Pastoor te Deurne, vanaf 1737 te Erp (Vgl. Schutj

Uit het 2e huwelijk gedoopt te Gemert (10-11):

10. Christina, 10-8-1700, huwt ald. 15-8-1724 Peregrinus Ver hoffstadt, ged. ald. 7-2-1703, Zn. V. Albert en v. Joanna Hendriks Smits.

11. Arnoldus Josephus, volgt VId.

Vb. Peter Pennincx, geb. 1650 (N 1232, dd. 15-4-1678, heet hem 28 jaer), huwt Margaretha Roelofs dr. v. Laureys. Blijkens Eindhoven R 91, f. 593, dd. 10-1-1707, was zij ais weduwe toenmaals nog aldaar in leven; middels deze acte wordt aan hun beider dochters, Anna en Catharina Pennincx, een bewijs van goed gedrag verleend. Laatstelijk treedt Peter zelf op ais ,,borger van Eindhoven ende Militair in dienst van desen Lande” 13-2-1695 in N 1243, waarbij hij aan Peter Bluyssen te Eindhoven volmacht verstrekt tot publieke verkoop van zijn erfdeei te Veghel, waarvan de wederheift is competerende aan de wed. Aert Bluyssen (Vgi. sub ha,

4). Elders heet hij echter regelmatig ,,coopman tot Eynt hoven”, zo 27-3-1683 in Eindhoven R 54, f. 60v.

Volgens N 1231 verpacht Peter namens de gelijke erfgenamen van wijlen zijn schoonvader, Laureys Roelofs, op 13- 11-1675 een huis, genaamd ,,Het Klein Vereken” aan de Markt te Eindhoven. Met zijn moeder, zwager Cuyten en broer Geraert wordt Peter genoemd 13-11-1675 in N 1231, zulks als toenmaals reeds te Eindhoven inwonende borger. In N 1240, dd. 1-11-1689, verwerft Peter samen met Jan Pauwels van Gogh, wonende resp. te Eindhoven en Dinther van zijn broeder, Jan Willem Pennincx te Opwetten onder Nuenen, volmacht om. een en ander te beuren van Gerrit Peñnincx, hun broeder ook te Dinther. En 2-12-1681 blijft hij in N 1233 voor zijn broeder, Jan Willem, borg als deze alsdan de watermolen van Opwetten pacht. Ook in het Boschprotocol ontmoet men Peter, zo in R 1679, f. 314, dd. 7-5-1688, en R 1681, f. 40, dd. 27-4-1690, in welk laatste acte hij als ,,Peter Leendert Pennincx tot Eynthoven” compareert en in margine dd. 3-9-1690 gequitterd wordt. Dat hij tesamen met ZiJfl zwager Bluyssen compareert in N 1231 en 1232 memoreerden we alreeds onder ha, 4. Van zijn op treden in het Eindhovens Schepenprotocol worde gememoreerd, dat hij 19-1-1679 in R 53, f. 143v, aldaar zwager blijkt te zijn van Hendrick Pingen, gehuwd als deze was met Maria Laureys Roelofs, waarvan. in deze acte ook de moeder op voor anderen misschien leesbaardere wijze vermeld wordt. Tenslotte zagen we hem nog in Eindhoven R 52, 1. 52, dd. 8-3-1675, eli R 53, f. 190v, dd. 11-8-1679, zulks telkens met een of meer familieleden.

Uit dit huwelijk gedoopt te Eindhoven:

1. Leonardus, 20-11-1675 (Paulus van der Aa et Elisabeth van Balen);

2. Laurentius, 6-3-1677 (Guilhelmus Pennincx et Maria van der Heyden);

3. Leonardus, 22-4-1678 (Guilhelmus Pennincx et Barbara Penni

4. Anna, 14-4-1680 (Theodorus Cuyten et Elisabeth van der Heyden);

5. Laurentius, 19-2-1682 (Arnoldus Jansen Bleyssen et Maria van der Heyden);

6. Catharina, 9-3-1683 (Arnoldus Bleyssen et Magdalena Sneilaers).

7. Catharina, 9-4-1685 (Ainoldus Bleyssen et loco Magdalena Snellaers Elisabeth Laurenssen);

8. Elisabeth, 13-7-1694 (Wilheimus van Goirle et Maria van Ceulen ioco Joannis Wilhelmi Pennincx et Elisabetha Laurenty absentibus).

Ve. Jan Willem Pennincx, nog 8-2-1674 (N 1235, dd. 17-7-1688) minderjarig, staande onder de voogdij van Jan Pennincx en Jan Pauwels van Gogh toenrnaals, huwt Joanna Hoe f na.gels, ged. Astein, dr. v. Jan Goortsz., Mulder van Asten. Jan Willein Pennincx was achtereenvolgens Mulder van Opwetten (1682-’96), Gemert (1697-1701) en tenslotte Nederwetten-HoydoflCk (vanaf 1702).

Zeifs in het Boschprotocol vonden we hem genoemd 18-3- 16 (R 1679, f. 58). Al 2-12-1681 blijkt hij in N 1233 voor 1/4 eigenaar van de molen van Opwetten, die hij aisdan voor de rest pacht voor 8 jaar vanaf 31-3-1682, waarbij als borgen fungeren zijn schoonvader, Jan Goorts Hoefnagels, en zijn broeder, Peter Pennincx, te Eindhoven, bij welke acte als een der getuigen Thomas Jansen Hoefnagels te Asten optrad, terwijl de pachter zelf met zijn volle voornaam, ,,Joannes Wilhelmus Pennincx” ondertakent. Een paar jaar later koopt hij de heift van de Opwettense molen er bij (N 1233, dd. 31-10-1683), zodat hij dan ook 29-10-1689 (N 1235) nog slechts 1/4 behoefde te pachten. Als ,,molenaar van Opwetten” treedt hij tenslotte nog 30-8-1695 (N 1243) op, in welke acte ook zijn zwager, Dirck Jan Cuyten te Ton geire, compareert. Ook uit het Eindhovense Schepenproto col noteerden we omtrent hem een trits van navolgende acten: In R 54, f. 79v, comppareert hij 9-10-1683 tesamen met zijn schoonvader en zwager, Aert Jan Bluyssen te Nuenen, waarbij zij de Eindhovense Schepen, Sr. Peter van Luytelaer, een en ander ,,geioeven”, in R 84, f. 84v, dd. 17- 11-1683, zien we hem in het gezelschap van zijn andere zwager, Dirck Jan Cuyten te Tongeire, en verder van zijn broeder, Peter Pennincx te Eindhoven, en van zijn onont beerlijke schoonvader, en hi R 54, f. 125, dd. 14-8-1684, ver schijnt hij andermaal, nu met zijn broeder, Peter, die hier man van ,,Margriet Lourens Roelofs”, heet.

Uit dit huwelijk gedoopt te Opwetten:

1. Leonardus, 22-4-1685 (Barbara Pauli et Petrus Leonardi Pennincx).

2. Godefridus, 24-3-1686 (Gertrudis Leonardi, uxor Arnoldi Bluyssen, et Godefridus Jansen Hoefnagels), wiens vader uitdrukkelijk ,,Molitor in Opwetten” heet.

3. Franciscus, 22-2-1687 (Joes Jois Hoefnageis et Henrica Thendori Cuyten), huwt Elisabeth N.

4. Joanna Maria, 11-9-1688 (Franciscus Jois Hoefnagels et Wilhelm a Gerardi in Gemert).

5. Godefridus, 8-2-1690 (Wilhelmus Penninx et Barbara Pennincx, avia prolis; praesentes Leonardus Diercx et Maria Aerts).

6. Leonardus, 8-2-1690 (Godefridus Jois Hoefnagels et Adri ana Symonis in Schijndei), tweeling met 5.

7. Thomas, 26-9-1691 (Arnoldus Jois Bluyssen et Engelberta Jois Hoefnagels).

8. Petrus, volgt VIe.

9. Maria, 17-12-1693.

10. Joannes, 25-3-1696 (Walterus Jois Hoelnagels et Beatrix Petri Bluyssen in Eindhoven.

VI. Jan Pennincx, oven. na 15-5-1696 (Schijndel R 143, f. 200), huwt Elisabeth N.

Omtrent hem naders onder V, 2. Zij woonden te Schijndel, zo 17-6-1686 (Sch. R 92, f. 105).

Uit dit huwelijk gedoopt te Schijndel:

1. Joannes, 28-1-1678.

2. Adrianus, volgt VII.

3. Elisabeth, 16-7-1705.

VIa. Joannes Wilhelmus Pennincx, ged. Erp 7-7-1685 (Philip- pus van der Cruyssen in Gemert et Helena Wilheimi Pen nincx), begr , huwt Gemert 13-1-1711 Catharina van Gemert, ged. aid , begr , dr. v. Hendrick en Josina N.

Hij werd 8-5-1711 poirter van ‘s Bosch.

Uit dit huwelijk gedoopt nochthans te Gemert:

1. Christianus, 6-9-1712 (Joann Pennincx et Josina uxor Henrici Henrici van Gemert).

2. Nicolaus Michael, 12-11-1715 (Henricus van Gemert, avus, et Barbara, uxor Jois Penrnncx).

3. Wilhelmus Jose phus, 20-3-1717 (Dnus Gerardus Pen ilincx).

4. Joannes, 22-8-1718 (Henr. Henr. v. Gemert et Barbara, relicta Jois Pennincx).

5. Joanna Catharina, 30-12-1720 (Rev. Dnus. Wilheimus Pen nincx presb.), huwt ald. 1-2-1747 Anselmus van den Heuvel.

6. Maria Anna, 17-7-1722.

7. Henrica, 23-9-1727 (Martinus van Gemert et Christina uxor Peregrini Verhoffstadt).

VIb. Simon Pennincx, ged. Gemert 8-11-1688 (Rev. Dnus. Aib. Verschoit et Guilhelma, relicta Gerardi Cruyse, loco sorro ris Gertrudis Pennincx), begr. aid , huwt Joanna van den Elsen, ged. aid , begr. aid , dr. v. Godefridus. Uit dit huwelijk gedoopt te Gemert:

1. Christianus, 13-10-1715 (Joannes Pennincx);

2. Anselmus, 19-2-1717 (Wilhelmus Ansem van den Elsen et Barbara uxor Jois Pennincx).

3. Joannes, 22-8-1719 (Rev. Dnus. Wilheimus Pennincx pres byter).

4. Petrus, 11-4-1721 (Christina Pennincx).

5. Godefrida, 20-11-1723.

6. Cornelius, 5-10-1725 (Rev. Dnus. Joannes Gort van den Elsen, Rector te Voickel et Catharina uxor Joannis Wii l Jansen Pennincx).

7. Cornelius, 29-10-1726 (Ida uxor Petri Pennincx).

8. Gerardus, 17-9-1729.

9. Maira Anna, 25-6-1732 (Johannes Wilhelmus Pennincx).

10. Maria, 2-5-1734 (Petrus Pennincx).

VIc. Petrus Pennnincx, gea. Gemert 22-10-1694 (Henricus van den Bogart et Johanna van der Linden), begr. aid huwt ald. 3-6-1725 Ida Willems, ged , begr dr. v. Reynerus.

Hij was Mulder van Gemert, zo 17-9-1743 (N 1267) a). Uit dit huwelijk gedoopt te Gemert:

1. Joannes Antonius, 13-6-1726 (Joannes Wilhelmus Penninex loco Rev. Dni. Wilheimi Pennincx, capelaen Maashees, et loco Elisabethae uxoris Francisci Pellemans in Stockem).

2. Christina Elisabetha, 14-1-1728 (Henricus van Gemert lo co Rev. Dm. Gerardi Pennincx, pasoris Erp, et loco Wilhelmae uxoris Arnoldi Claessen).

3. Petronella, 18-12-1728 ( loco Francisci PeUemans ex Stockem et Petronella uxor Henrici van Gemert).

4. Reynerus, 17-4-1730 (Franciscus Pellemans ioco Rdi. Dni. Petri Pellemans, pastoris in Meeswijck, et Christina uxor Peregrini Verhoffstadt).

5. Christianus, 15-5-1731 (Joannes Wilhelmus Penninex loco Rev. Dni. Gerardi Penninex, pastoris in Erp, et Petronel Ia Pellemans).

6. Regina, 1-7-1732 ( loco Rev. Dni. Petri Pellemans, pastoris in Maeswijck).

7. Regina, 12-7-1734 (Joannes Wilhelmis Perinincx).

8. Christina, 29-12-1735 ( loco Helena uxoris Adriani van Hout), huwt Exp. Dns. Theodorus Aelders.

9. Gerardus Reynerus, 13-11-1737 ( loco Rev. Dni. Ge rardi Penninex, pastoris in Erp, et Petronella Pellemans loco Helenae Clarae Peflev-ians).

10. Wilhelmus, 22-5-1739 (Simon Penninex et Petronefla Pel lemans ioco Mariae Elisabethae Pellemans).

VId. Arnoldus Jose phus Penniacx, ged. Gemert 8-1-1703 (Dnus. Petrus Verpersen, pastor Zellick, et Petroneila Jan Pen ninex), begr. ald. 16-11-1730, huwt ald. 25-1-1729 Joanna Maria Verhoffstadt, ged Hij was student te Leu yen vanaf 1722 (Vig. Hens’ Naamlijst).

Uit dit huwelijk gedoopt te Gemert:

1. Arnoldina, posthuma 14-2-1731 (Rev. Dnus. Gerardus Pennincx loco Rev. Dni. Wilhelmi Pennincx Capellani in Maarheeze).

VIe. Petrus Pennincx, ged. Opwetten 23-12-1692 (Antonius

Jansen Dinther et Maria Gijsberti Hoefnageis), begr. Ge mert , huwt Gemert 30-10-1718 Catharina van der Vondervoirt, ged. aid , begr. aid , dr. v. Jacob.

Uit dit huwelijk gedoopt te Gemert:

1. Joanna Maria, 15-12-1718 ( ioco Elisabethae, uxoris Francisci Pennincx).

2. Joannes, 13-1-1719 (Joannes Wilhelmus Pennlncx).

3. Arnoldus, 4-7-1723.

4. Joanna Maria, 15-12-1728 (Elisabeth, uxor Francisci Pen nincx).

5. Joannes Wilhelmus, volgt VIIa.

6. Joanna Maria, 15-11-1737.

VII. Adrianus Pennincx, ged. Schijndel 12-4-1676, huwt Maria

Jan Hendricks Delissen.

Uit dit huwelijk gedoopt te Schijndel:

1. Joannes, 10-4-1701 (Joannes Lindert Pennninex).

2. Leonardus, 26-1-1703.

3. Elisabeth, 16-7-1705 (Maria Jois Leonardi Pennincx).

VIIa. Joannes Wilhelmus Pennincx, ged. Gemert 11-4-1734, begr. aid , huwt ald. Joanna Str ged. ald, begr. ald , dr. v. Nicolaus.

Uit dit huwelijk gedoopt te Gemert:

1. Antonius, 15-6-1765 (Catharina Petri Pennincx).

2. Joannes, 31-5-1766 ( ioco Petri Penninex).